Dankzij de gewijzigde voertuigfiscaliteit in ons land zijn 9 op de 10 bestelde bedrijfsauto’s tegenwoordig helemaal elektrisch. De overstap naar stroom brengt heel wat onzekerheden met zich mee, niet het minst op het vlak van opladen thuis. In de meeste gevallen komt de werkgever tussenbeide in de kosten van een laadstation en de gebruikte laadstroom. Maar hoe gaat dat wettelijk, technisch en financieel in zijn werk?
Het eenvoudige antwoord is: neen. In principe kun je je elektrische of plug-inhybride wagen opladen aan het stopcontact met de bijgeleverde laadkabel. Eenvoudig, geen gedoe, maar het heeft toch flinke nadelen. Je moet bijvoorbeeld rekening houden met zo’n 25 procent verlies. Om 30 kWh in je batterij te steken neem je dus 40 kWh af van het net. Bovendien gaat het laadproces erg traag: meer dan 2,3 kW levert een huis-, tuin- en keukenstopcontact meestal niet.
Ook kun je op deze manier niet nauwkeurig meten hoeveel stroom je auto afneemt van het net. Dus het uiteindelijke antwoord op de bovenstaande vraag is… ja. Met een wallbox of laadpaal kun je drie tot vijf keer zo snel laden en worden laadverliezen beperkt tot zo’n 15 procent. Een laadpunt kost natuurlijk wel een flinke duit; reken op ongeveer 1.500 euro voor de hardware en 500 euro voor de installatie, te vermeerderen met de eventuele infrastructuurwerken.
Er bestaat ook een tussenoplossing: de zogenaamde smart cable of connected cable. Die kan in de meeste gevallen tot 3,7 kW leveren en bewaakt de spanning om oververhitting tegen te gaan. Net als de wallbox of laadpaal meet hij de stroom die je van het net haalt, zodat die vergoed kan worden door de werkgever.
Wil je probleemloos vergoed worden voor de stroom die je thuis in je bedrijfsauto pompt, dan moet je laadinstallatie de hoeveelheid laadstroom kunnen meten. Idealiter beschikt het systeem ook over een communicatiemodule. In dat geval kun je het laadproces op afstand monitoren en aansturen via je smartphone, tablet of computer én kan de verbruikte stroom rechtstreeks gefactureerd worden aan je werkgever. Dat noemt men dan split-billing.
Nog beter is dat je laadpunt ook aan load-balancing kan doen. Het systeem laat de hoeveelheid stroom die naar de accu van je auto vloeit, variëren naargelang van het verbruik van je huishoudtoestellen. Zo vermijd je pieken en dus extra kosten. Dit soort laadpunten kan ook rekening houden met de energieproductie van je zonnepanelen. Op die manier profiteer je maximaal van je eigen energieproductie en neem je zo weinig mogelijk stroom af van het net.
De terugbetaling van de elektriciteitskosten moet volgens de wetgever gebeuren op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer, maar dat brengt een zware administratieve last met zich mee. Jij hebt misschien een lagere kWh-prijs bij je energieleverancier dan je collega. Moet de werkgever jou dan minder betalen dan je collega? En wat als die een variabel tarief heeft? Dat zou een maandelijkse correctie betekenen op de gebudgetteerde voorschotten…
Daarom hanteren de meeste werkgevers het zogenaamde “CREG”-tarief (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas). Dat is geen officieel tarief, maar de gemiddelde elektriciteitsprijs die een particulier betaalt bij een jaarlijks verbruik van 8.000 kWh. Sommigen doen daar voordeel bij, anderen allicht niet.
Als je werkgever je méér betaalt dan de werkelijke of op basis van de CREG-tarieven berekende kosten, dan wordt dit beschouwd als een bijkomend Voordeel van Alle Aard (VAA), waarop belastingen moeten worden betaald. In het andere geval is dat niet zo, op voorwaarde dat de vergoeding gestipuleerd staat in de carpolicy en dat de hoeveelheid laadstroom correct gemeten en gecommuniceerd wordt naar de werkgever.
Er is geen sprake van een wettelijke verplichting, maar toch komen de meeste werkgevers tussen in de kosten van de wallbox of laadpaal thuis, met uitzondering van de eventuele infrastructuurwerken. Deze kosten zijn voor de werknemer volledig aftrekbaar tot eind 2029. Dat je als werknemer een laadpunt “cadeau” krijgt, vormt geen extra Voordeel van Alle Aard.
Doorgaans wordt het laadpunt afgeschreven over een periode van vier jaar. Nadien word je als werknemer in principe eigenaar van het systeem. Maar wat als je bijvoorbeeld na 24 maanden je ontslag indient? In dat geval kan er een marktconforme vergoeding worden afgesproken met de werknemer, zodat een bijkomend Voordeel van Alle Aard wordt vermeden. Wil je de laadpaal niet overnemen? Dan kan je werkgever hem in principe laten weghalen.
Ook als je privé een laadpaal aanschaft, kan je werkgever tussenbeide komen in de kosten van de laadstroom zonder dat je daarop belast wordt, maar dan geldt opnieuw de voorwaarde dat de hoeveelheid stroom correct gemeten en gecommuniceerd wordt en dat je de werkelijke kWh-prijzen aangeeft c.q. het CREG-tarief hanteert.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853