Veel zelfstandigen en kmo-bestuurders maken gebruik van een financiële renting om hun voertuig te financieren. Deze formule biedt immers veel flexibiliteit – én de mogelijkheid om in het lopende boekjaar wat “extra kosten te maken” aan de hand van een verhoogde eerste factuur. Hoe zit dat juist en hoe ver mag je gaan?
Nu 1 juli 2023 nadert, overwegen heel wat bestuurders van vennootschappen, zelfstandigen en vrije beroepen nog snel een plug-inhybride te bestellen. Dat kan fiscaal interessant zijn en in sommige gevallen werpt een financiële renting met verhoogde eerste huur (of een voorschot) zich op als een gunstige optie.
Je kunt er immers ‘extra kosten’ mee maken in het eerste jaar van het contract aan de hand van een verhoogde eerste factuur. Bij andere formules – bankfinanciering, financiële leasing, eigen middelen – is dat niet het geval. Bij een renting gaat het immers om een soort huurformule waarbij je de autokosten in je resultatenrekening verrekent in plaats van het voertuig op de balans te activeren en lineair af te schrijven.
Hoeveel voorschot in een renting?
Boekhoudkundig worden voertuigen meestal op vijf jaar afgeschreven. Uitzonderingen zijn mogelijk als je bijvoorbeeld veel kilometers rijdt en de auto zijn waarde sneller verliest. Bij een renting staat de contractduur los van deze boekhoudkundige afschrijving en kun je kiezen over welke termijn je de auto “aflost”.
Eigenlijk is aflossen niet de juiste term, want boekhoudkundig en juridisch huur je de auto en heb je niet per se de intentie om hem aan te kopen. Je hebt wel een aankoopoptie op het einde van het contract, die minstens 16 procent van de verkoopprijs bedraagt.
Bij zo’n financiële renting kun je spelen met het aantal maanden, maar ook met de hoogte van de restwaarde (aankoopoptie) en de eerste maandhuur. Zo kun je deze formule helemaal afstemmen op je maandbudget en op je fiscale wensen. Wie wil, kan bijvoorbeeld 20 procent van het aankoopbedrag meteen aflossen als eerste maandhuur om zo meer kosten fiscaal in mindering te brengen in het lopende boekjaar.
Financiële renting en matchingprincipe
Je moet daarbij wel rekening houden met het zogenaamde matchingprincipe. Zo zal de fiscus niet aanvaarden dat je meteen 40 procent in kosten neemt, want dat stemt niet overeen met de werkelijke waardevermindering van het voertuig. De Commissie van Boekhoudkundige Normen (CBN) stelt dat als er kan worden aangetoond dat de eerste verhoogde huur in overeenstemming is met de wérkelijke waardedaling, de volledige eerste betaling in resultaat mag worden genomen in dat boekjaar.
Bij een personenwagen is deze redenering verantwoordbaar omdat hij meteen een stuk van zijn waarde verliest zodra hij de showroom verlaat… al gaat die vlieger de jongste jaren niet in gelijke mate op, te wijten aan de grote vraag naar jonge tweedehandsauto’s. De CBN raadt overigens wel aan om de gegronde motivatie op te nemen in het jaarverslag van het bestuursorgaan.
Rekenvoorbeeld financiële renting
Bij een klassieke renting op 48 maanden zonder verhoogde eerste maandhuur en een aankoopoptie van 16 procent betaal je bijvoorbeeld € 1.000 exclusief per maand (interesten inbegrepen) op een bedrag van € 50.000 excl. btw. Als het contract start op 1 oktober 2023 en je boekjaar sluit af op 31 december, dan kun je nog 3 maanden in kosten nemen.
In de veronderstelling dat het om een plug-inhybride gaat met een CO2-uitstoot van 40 g/km en dat de vennootschapsbelasting 25 procent bedraagt, kun je dit jaar 3 x 1.000 x 100% x 25% = € 750 aan belastingen uitsparen.
Werk je met een verhoogde eerste maandhuur van 20 procent (€ 10.000), dan kun je dit boekjaar het volledige voorschot in rekening nemen plus twee ‘gewone’ maandhuren, die in dit voorbeeld € 750 per maand bedragen. Totale hoeveelheid uitgespaarde belastingen voor 2023? Ongeveer € 2.875.
Het is meteen duidelijk dat dit interessant is. Natuurlijk geldt wel: wat je dit jaar nog in kosten neemt, kun je de komende jaren niet meer in kosten nemen. Op het einde van de rit is je belastingvoordeel dus niet per se groter bij een renting met voorschot dan bij een renting zonder voorschot. You can’t have your cake and eat it, too…
