Het is officieel bevestigd en nu dus echt wel helemaal zeker: er komt geen Japanse megafusie tussen Honda, Mitsubishi en Nissan. De drie autobouwers zeggen hoogstens nog te willen samenwerken onder de vorm van strategische partnerschappen rond elektrische aandrijvingen en andere ‘intelligentie’ technologie.

Mogelijk halen ze bij Toyota opgelucht adem, in diverse Nissan-kantoren worden de zorgen misschien net wel weer nog wat groter. Dat er dan toch geen fusie met Honda (en Mitsubishi) komt, maakt de situatie van het al een tijdje in zwaar weer verkerende Nissan er allicht niet meteen beter op. Het formeel stopzetten van de onderhandelingen werd vandaag in een gezamenlijke verklaring aangekondigd, daarmee is dan ook meteen bevestigd dat Nissan elders naar vers geld moet zoeken.

Terug naar af 

Met ook nog Mitsubishi erbij hadden Honda en Nissan, momenteel de nummers twee en drie van Japan, ’s werelds derde grootste autoholding kunnen vormen. Voor laatstgenoemde was het door Honda voorgestelde scenario echter niet aanvaardbaar. Dat wou Nissan eerder overnemen dan ermee te fuseren, maar dat gaat dus niet gebeuren. Meer dan een samenwerking rond de ontwikkeling van wat de twee bedrijven intelligente (en elektrische) voertuigen noemen, zit er niet meer in. Die was er trouwens al officieel sinds maart 2024, daar willen ze nu dus naar terugkeren. Bij zo’n strategische partnerschappen zou ook Mitsubishi zich nog kunnen aansluiten.  

 Analisten wijzen op de verschillen in de bedrijfsculturen 

Over de ‘ware’ redenen voor het mislukken van de onderhandelingen zullen allicht nog verschillende analyses volgen, kenners van de Japanse auto-industrie wijzen al op de verschillende bedrijfsculturen van Honda en Nissan. De eerste constructeur speelt het spel altijd graag in zijn eentje, zo brak het eerder ook al plannen met General Motors af om samen een nieuwe generatie elektrische voertuigen te ontwikkelen. Honda heeft zijn onafhankelijkheid ook altijd al beschermd door uitwisselingen van kapitaal uit de weg te gaan. Nissan heeft echter net wel al een geschiedenis van (succesvolle) partnerschappen, de bekendste is natuurlijk deze met Renault. 

Te lage volumes 

Beide Japanse autobouwers kampen vandaag echter wel met hetzelfde probleem, namelijk een relatief laag volume in een tijdperk waarin de industrie toch wel echt in het teken van schaalvergroting staat. Ze overlappen elkaar echter ook grotendeels wat markten en segmenten betreft, eventuele synergieën zouden dan ook moeilijk zijn geweest zonder drastisch te snoeien in de programma’s van op zijn minst een van de twee merken. Honda verkocht vorig jaar 3,81 miljoen auto’s en Nissan 3,35 miljoen. Veel van de modellen uit hun catalogi zijn natuurlijk rechtstreekse concurrenten. 

 Honda en Nissan gaan zeker op zoek naar nieuwe partners 

Voor Honda had een fusie wel de mogelijkheid geboden de voorziene en gigantische investeringen in een nieuwe generatie elektrische auto’s, batterijen en aanverwante software op termijn af te schrijven over veel meer wagens, als de technologie ook door Nissan (en eventueel Mitsubishi) zou worden gebruikt. Het had het fusiebedrijf een veel sterkere positie in zijn strijd met de nieuwe Chinese spelers kunnen bezorgen. Zowel Honda als Nissan zullen dus ongetwijfeld op zoek gaan naar nieuwe potentiële partners, de tweede heeft natuurlijk nog altijd sterke banden met Renault. De Fransen hebben momenteel ook nog een financieel belang van 15 procent in Nissan. Tegelijk toont Foxconn, de Taiwanese fabrikant van iPhones, ook al een tijdje grote belangstelling voor op zijn minst een technische samenwerking. 

Grote besparingen 

Ondertussen heeft Nissan al duidelijk gemaakt dat het zijn kosten aanzienlijk gaat reduceren, dat houdt echter ook een vermindering van de productie en dus een inkrimping van het personeelsbestand in. Momenteel moet het merk nog jaarlijks minstens 3,1 miljoen auto’s verkopen om geen verlies te lijden, dat aantal zou men door dus grootschalige besparingen willen verlagen naar circa 2,5 miljoen stuks. Er zal natuurlijk nog worden geïnvesteerd in nieuwe modellen, daar worden dan wel kortere ontwikkelingstijden en lagere productiekosten voor beloofd.