Autonieuws was vandaag te gast in het Louwman Museum in Den Haag voor de vernissage van de zomerexpo Supercars of the 90’s, bewonderde de unieke Nissan R390 GT1 Le Mans-racer van dichtbij en bezocht meteen ook de permanente collectie. Onze conclusie: dit unieke museum én de tijdelijke expo zijn twee ‘must sees’ voor al wie van ver of dichtbij enige interesse toont voor de (geschiedenis van de) auto…

We hadden het hier in mei al over de aankondiging van de zomerexpo ‘Supercars of the nineties’ die van 5 juli tot en met 1 september twaalf unieke superauto’s uit de jaren negentig tentoonstelt in de niet minder dan 90 meter lange en 15 meter hoge Great Hall van het museum. Vandaag konden we de auto’s ook in levenden lijve aanschouwen en het moet gezegd: de door conservator van het Louwman Museum Sjoerd van Bilsen bijeengezochte collectie is indrukwekkend te noemen. Nergens ter wereld kan je de Le Mans-Nissan R390 GT1 homologatiespecial uit 1998 vlak naast de Toyota GT-One straatversie, de Mercedes CLK GTR Strassenversion én de Porsche 911 GT voor de openbare weg samen bekijken. En dan hebben we het nog niet gehad over de Ferrari F50, Bugatti EB110, de Vector W8 en ga zo maar door…  

Unieke -straatlegale- Nissan R390 GT1 van Érik Comas 

Het verhaal van elke tentoongestelde auto op de expo is bijzonder, maar we geven u graag dat van de unieke witte Nissan mee. De auto, die eigendom is van ex-F1-rijder Érik Comas, wiens leven ooit gered werd door de betreurde Ayrton Senna nadat hij op het circuit van Spa-Francorchamps crashte, is een uniek exemplaar. Het gaat om een van de vier R390’s die Nissan in 1998 liet deelnemen aan de 24 uren van Le Mans. Comas bestuurde toen het nummer 31 en werd er zesde mee.  

Zo’n twintig jaar na de race kon Comas een van de R390’s van Nissan overkopen. Dit exemplaar is echter niet de auto waar Comas als Nissan-fabrieksrijder, samen met Jan Lammers mee racete. Die auto werd namelijk omgebouwd tot racetaxi met twee plaatsen, dus Comas kocht een van de andere exemplaren, het nummer 30 dat in 1998 5^de eindigde in Le Mans. 

Hij restaureerde hem volledig, wist hem als straatauto in te schrijven en toonde hem op de Concours d’Elégance Villa D’Este in 2022 voor het eerst aan het publiek. 

De GT1 van Comas is één van amper twee tot de openbare weg toegelaten R390 GT1’s, naast het exemplaar dat nog steeds in het bezit van Nissan is. Comas zegt dat hij er af en toe ook effectief de weg mee opgaat, al moet dat met de nodige omzichtigheid gebeuren, want met zo’n uniek stuk schade rijden is zelfs voor een flink in de slappe was zittende ex-F1-coureur absoluut te vermijden. Hoe dan ook heeft niemand meer ervaring met de R390, want als Nissan-piloot reed hij zowat 30.000 kilometers met de raceversies van de auto. 

Wanneer alle inlaatrestricties opgeheven worden levert de 3,5 liter grote V8 met twee turbo’s volgens Comas niet minder dan 1.000 pk, maar in straat-trim is dat vanzelfsprekend een pak minder. Bij de restauratie wilde Comas de auto zo origineel mogelijk houden en toen hij straatlegaal werd gemaakt opteerde hij er dus meteen ook voor om geen passagiersstoel te monteren en alle racetoebehoren en elektronica in de auto te laten. 

Gevraagd naar de geschatte waarde van zijn unieke stuk zei Comas ons dat die eigenlijk niet bepaald kan worden, maar dat het zeker om een bedrag met 8 cijfers gaat… 

Permanente collectie is uniek 

Naast de tijdelijke Supercars-tentoonstelling is er natuurlijk nog de erg grote permanente collectie van het museum, dat in 2010 werd ingehuldigd en is ondergebracht in een speciaal voor dat doel opgetrokken gebouw naast het Koninklijk Paleis.  

De collectie werd samengebracht door de familie Louwman, Nederlands invoerder van onder meer Toyota, en toont een uitgebreide en erg gevarieerde, in thematische volgorde opgestelde collectie bijzondere en unieke auto’s, waaronder de allereerste vier- en zescilinders, de eerste hybride auto en elektrische modellen uit het begin van de twintigste eeuw.  

Verder staan er talloze racewagens, concept cars en prototypes, bijzondere one-offs, waaronder een op maat gebouwde Rolls-Royce met toilet onder de achterbank (!), oude brandweerwagens, een unieke Ferrari die vroeger eigendom was van Prins Bernhard, auto’s die figureerden in de originele The Godfather-film, een Cadillac die eigendom was van Elvis Presley, talloze Bugatti’s, de Mercedes van de Duitse keizer Wilhelm II, de privéauto van Winston Churchill, de allereerste Toyota ooit, waar er trouwens maar één exemplaar meer van bestaat, en ga zo maar door. 

Als daguitstap is een bezoek aan het Louwman Museum in Den Haag deze zomer absoluut aan te raden. De tentoonstelling Supercars of the Nineties loopt nog tot 1 september en is inbegrepen in de toegangsprijs voor het museum dat elke dag van 10 tot 17 u geopend is, behalve op maandag. De toegangsprijs bedraagt € 19 voor volwassenen en € 10 voor wie tussen 5 en 18 jaar oud is. Vanuit Brussel is het 185 km rijden, vertrekkend vanuit Antwerpen rij je er 131 km over. Voor meer info kan u hier terecht.