In het verre Australië doen ze heel wat anders dan bij ons. Ze rijden er niet alleen links, maar twee deelstaten gaan nu ook een specifieke taks heffen die alleen elektrische en plug-in hybride auto’s treft. Benzines en diesels moeten die niet betalen. Wat bezielt de Aussies?
De twee Australische deelstaten Victoria (waar de taks reeds van toepassing is) en South Australia (waar ze volgende zomer wordt ingevoerd) hebben beslist om een kilometertaks in te voeren die verschuldigd is voor wie met een elektrische of plug-in hybride auto rijdt. Andere regio’s zouden ze eveneens overwegen. De Australische Automobielassociatie (AAA) juicht de taks bovendien toe, en hoopt dat ze snel over het hele land van toepassing zal zijn. Op zijn minst opmerkelijk, als we zien hoe heel wat landen in Europa elektrische auto’s ondersteunen en van belastingvrijstellingen laten genieten.
Waar gaat het over?
De maatregel komt erop neer dat volledig elektrische auto’s een taks van AUD 0,025 (€ 0,02) zullen moeten betalen per afgelegde kilometer, en dat de rekening voor PHEV’s op AUD 0,02 (€ 0,01) per kilometer neerkomt. 10.000 elektrische kilometers kosten er dus zo’n € 150 euro. Auto’s met een gewone verbrandingsmotor zijn ervan vrijgesteld.
Vanzelfsprekend lokt deze beslissing in Australië veel reacties uit.
De overheden die de taks invoeren leggen uit dat ze op die manier een “eerlijker” systeem op poten zetten voor de automobilisten, aangezien wie met een verbrandingsmotor rijdt reeds heel wat taksen betaalt op de verbruikte brandstof die aan de pomp getankt wordt (zo’n AUD 0,40 of € 0,25 per liter), terwijl bestuurders van elektrisch aangedreven auto’s, die de accijnzen niet betalen, op die manier niet in gelijke mate bijdragen aan het onderhoud van de wegen. De overheid vreest dat een stijgende populariteit van EV’s zou zorgen voor aanzienlijk verminderde belastinginkomsten en tekorten voor het onderhoud en de aanleg van wegeninfrastructuur.
De aanbieders en voorstanders van elektrische en plug-in hybride auto’s zijn niet te spreken over de beslissing, en noemen ze “rampzalig”. Ze begrijpen niet hoe de overheden van de twee deelstaten de elektrificatie en het terugdringen van de koolostofuitstoot opofferen voor enkele dollars. Ze voeren ook aan dat de uitleg dat de accijnzen op brandstoffen gebruikt worden om de wegen te onderhouden geen steek houdt, omdat die accijnzen federaal geïnd worden terwijl het wegenonderhoud een regionale materie is.
Elektrisch aandeel in Australië hoe dan ook laag
Slechts 0,6 procent van het rijdende Australische wagenpark zou momenteel elektrisch of hybride zijn. Wereldwijd is dat 2,9 procent. Het enorme land heeft dus een aanzienlijke achterstand op dat vlak, wat deels te verklaren is door de enorme afstanden die er afgelegd moeten worden tussen verschillende steden. De aanbieders van elektrische auto’s vrezen dat de beslissing van Victoria en South Australia de nu al zo beperkte EV-markt in het land volledig zal droogleggen.
De twee Australische deelstaten Victoria (waar de taks reeds van toepassing is) en South Australia (waar ze volgende zomer wordt ingevoerd) hebben beslist om een kilometertaks in te voeren die verschuldigd is voor wie met een elektrische of plug-in hybride auto rijdt. Andere regio’s zouden ze eveneens overwegen. De Australische Automobielassociatie (AAA) juicht de taks bovendien toe, en hoopt dat ze snel over het hele land van toepassing zal zijn. Op zijn minst opmerkelijk, als we zien hoe heel wat landen in Europa elektrische auto’s ondersteunen en van belastingvrijstellingen laten genieten.
Waar gaat het over?
De maatregel komt erop neer dat volledig elektrische auto’s een taks van AUD 0,025 (€ 0,02) zullen moeten betalen per afgelegde kilometer, en dat de rekening voor PHEV’s op AUD 0,02 (€ 0,01) per kilometer neerkomt. 10.000 elektrische kilometers kosten er dus zo’n € 150 euro. Auto’s met een gewone verbrandingsmotor zijn ervan vrijgesteld.
Vanzelfsprekend lokt deze beslissing in Australië veel reacties uit.
De overheden die de taks invoeren leggen uit dat ze op die manier een “eerlijker” systeem op poten zetten voor de automobilisten, aangezien wie met een verbrandingsmotor rijdt reeds heel wat taksen betaalt op de verbruikte brandstof die aan de pomp getankt wordt (zo’n AUD 0,40 of € 0,25 per liter), terwijl bestuurders van elektrisch aangedreven auto’s, die de accijnzen niet betalen, op die manier niet in gelijke mate bijdragen aan het onderhoud van de wegen. De overheid vreest dat een stijgende populariteit van EV’s zou zorgen voor aanzienlijk verminderde belastinginkomsten en tekorten voor het onderhoud en de aanleg van wegeninfrastructuur.
De aanbieders en voorstanders van elektrische en plug-in hybride auto’s zijn niet te spreken over de beslissing, en noemen ze “rampzalig”. Ze begrijpen niet hoe de overheden van de twee deelstaten de elektrificatie en het terugdringen van de koolostofuitstoot opofferen voor enkele dollars. Ze voeren ook aan dat de uitleg dat de accijnzen op brandstoffen gebruikt worden om de wegen te onderhouden geen steek houdt, omdat die accijnzen federaal geïnd worden terwijl het wegenonderhoud een regionale materie is.
Elektrisch aandeel in Australië hoe dan ook laag
Slechts 0,6 procent van het rijdende Australische wagenpark zou momenteel elektrisch of hybride zijn. Wereldwijd is dat 2,9 procent. Het enorme land heeft dus een aanzienlijke achterstand op dat vlak, wat deels te verklaren is door de enorme afstanden die er afgelegd moeten worden tussen verschillende steden. De aanbieders van elektrische auto’s vrezen dat de beslissing van Victoria en South Australia de nu al zo beperkte EV-markt in het land volledig zal droogleggen.
