Op 1 juli indexeert de Vlaamse overheid opnieuw de tarieven van de Vlaamse verkeersbelasting en de BIV. Het gaat om een stijging met 5,2 procent, te betalen door eigenaars van auto’s met een verbrandingsmotor, aangezien elektrische auto’s nog altijd van een vrijstelling genieten.

Zoals elk jaar worden de tarieven van de Vlaamse verkeersbelasting op 1 juli geïndexeerd. Dit jaar gaat het om een stijging met 5,2 procent, ten gevolge van de stijging van de consumptieprijsindex. Dat is minder dan vorig jaar, toen er 8,97 procent bijkwam. 

Voor een auto met 7 fiscale pk en een motor met een cilinderinhoud van 1,2 liter, zoals de Citroën C3 Benzine, vorig jaar de bestverkochte auto in ons land, betekent de herziening een stijging van de jaarlijkse verkeersbelasting met € 8,77. Voor een tweeliter op benzine met 11 fiscale PK gaat het om een stijging met € 22,92 per jaar. Wie met een drieliter rijdt zal € 44,16 meer betalen dan vorig jaar. 

Oldtimers ontspringen voorlopig de dans. Zij worden sinds begin dit jaar – voor zover ze minstens 30 jaar oud zijn – forfaitair belast op € 99,99 en blijven dat verkeersbelastingtarief tot 30 juni van volgend jaar behouden, waarna ook dat tarief geïndexeerd zal worden. 

BIV ook geïndexeerd 

Ook de eenmalige Belasting op Inverkeersstelling of BIV ondergaat dezelfde indexatie met 5,2 procent. Het minimumbedrag aan BIV stijgt van € 50,38 naar € 53, het maximumbedrag van de huidige € 12.594,09 naar € 13.249,15.  

De vrijstelling voor batterij-elektrische auto’s en auto’s met een brandstofcel op waterstof blijft zowel voor de verkeersbelasting als voor de BIV behouden.  

Ter herinnering: voor wie zijn auto laat inschrijven door een leasingmaatschappij gelden deze tarieven niet. Voor leasingmaatschappijen geldt dezelfde berekening als in het Brusselse gewest, die voor de BIV afhankelijk is van het vermogen van de motor in kW en de cilinderinhoud ervan en voor de verkeersbelasting enkel van de cilinderinhoud.