Na onze dynamische kennismaking met de Renault 5 E-Tech Electric zagen we natuurlijk ook uit naar de eerste kilometers in de bestuurdersstoel van de Alpine A290. Die heeft dezelfde basis, maar komt met extra vermogen, een erop afgestemd onderstel en een sportieve aankleding en uitrusting.
We hadden lang naar de eerste test van de Renault 5 E-Tech Electric uitgekeken, maar werden niet teleurgesteld. Wel integendeel, naast geweldige looks zorgden de knappe technologie en het efficiënte onderstel voor een bijzonder prettige rijervaring. Waarna we dus meteen met nog wat meer ongeduld naar de kennismaking met de Alpine A290 begonnen af te tellen. Wat al knap en plezant was, kon eigenlijk alleen nog maar wat knapper en plezanter worden. Nu ja, zo vermoedden we toch.
Wat het eerste betreft, je ziet zelfs met de ogen dicht de verwantschap tussen de Alpine en de Renault. De ontwerpers doen natuurlijk hard hun best om ons de A290 als een ‘nieuwe’ auto aan te prijzen, maar qua filosofie laat het verhaal zich toch een beetje vergelijken met wat het M- en AMG-volk bij BMW en Mercedes met diverse wagens aanvangt. Dat doet ook helemaal geen afbreuk aan de geloofwaardigheid van het Alpine-verhaal, het bevestigt eerder dat het toch een vakje verder dan alleen maar een beetje extra pk’s en veel marketing gaat. De A290 is trouwens de eersteling van wat een heuse elektrische droomgarage moet worden, zo belooft Alpine voor de volgende jaren ook nog een heel sportief gelijnde A390-vijfdeurs en een opvolger voor de huidige A110.
Met een lengte van net geen 4 meter is de A290 zowat 8 centimeter langer dan de Renault 5, dat heeft zowat alles te maken met de sportieve koetswerkaddenda waarvan hij is voorzien. Met grotere luchthappers, bredere vleugels, zijschorten, een ducktail-achtige achterspoilerlip, een diffusor en nog wat meer stoer gerief ontdek je die zowel vooraan, in de flanken als achteraan. Ze zijn er vooral om het sportieve karakter van de auto visueel te onderstrepen, niet om bijvoorbeeld voor extra neerwaartse druk te zorgen. Een pure circuitauto wordt de A290 immers niet. Voor dezelfde esthetische doeleinden en evengoed om een link met een vroeger Alpine-tijdperk te leggen zijn er op de snoet vier heel opvallende lichtblokken, de kruisen erin moeten aan de grote successen in de rallysport herinneren. Geen gele of groene lak hier, er is wel keuze uit wit, blauw, zwart of een matte grijstint. Je vindt op de auto ook altijd van die pijlvormige en best wel knappe A-logo’s.
In het interieur is evengoed voor een racesfeertje gezorgd, met onder meer dezelfde bediening voor de automaat als in de A110. Het compacte stuurwiel is onderaan afgeplat, de erop gemonteerde knoppen zijn een knipoog naar de Formule 1 waarin Alpine in de Grote Prijs van Brazilië trouwens nog eens heel sterk wist te scoren. Er zijn een knop om een van de vier niveaus van remenergierecuperatie te kiezen, een exemplaar voor de selectie van de rijmodus (met een impact op de stuurbekrachtiging, de respons van het gaspedaal en zelfs de sfeerverlichting en de ‘motorklank’) en ook nog eentje met de letters OV (van Overtake) voor als je voor een snel inhaalmanoeuvre tien seconden lang over het volle vermogen wil beschikken. Het digitale dashboard is 10,25 duim groot, dat voor het infotainment 10,1 duim. Daar vind je ook de toegang tot de Alpine Telemetrics, die je naast rijdata ook een soort digitale coach aanbieden. Hij helpt je rijtalenten aanscherpen, via Challenges kan je dan zelf ontdekken of je al vorderingen maakt.
Nuttiger lijkt ons het knappe Google Android OS met dus de al van Renault bekende Google-services (navigatie, stembediening, streaming...), die bezorgen ook deze A290 zeker nog wat extra punten. Voor het ‘hoofdstukje’ zit- en kofferruimte moeten we er vooral aan herinneren dat de basis van deze Alpine een stadswagen is. Verwacht op de achterbank dus zeker geen mirakels. Vooraan bieden de sportstoelen een prima steun en garanderen ze bij een langere rit ook wel het nodige comfort. Een inhoud van 326 liter voor de koffer is correct zonder meer.
De A290 staat op het (alweer) van de Renault 5 bekende AmpR Small-platform met een voor dit segment best wel vrij unieke meerarmige achteras. Omdat de Alpine net als de Renault exclusief voor een elektrische aandrijving is ontwikkeld, kon de batterij op de meest ideale plaats worden gemonteerd. Het zorgt voor een laag zwaartepunt, qua gewichtsverdeling ‘rusten’ 57 procent van de kilo’s op de voortrein. De sporen zijn met 6 centimeter verbreed, de antirolstangen zijn wat groter en de hele ophanging met onder meer de hydraulische stootblokken van de A110 is sowieso voorzien op het nog wat beter beperken van rolbewegingen.
Het autootje weegt leeg 1.479 kilo, voor een EV valt dat best wel mee. De Brembo-remmen zijn dezelfde als die achter de wielen van de A110. Michelin zorgt met zijn gripgrage Pilot Sport S5 (maat 225/40) voor aangepast rubber. Alpine biedt de keuze uit twee van de Mégane en Scénic overgenomen motoren, die van de GT en GT Premium is 180 pk en 285 Nm sterk en deze van de GT Performance en GTS komt een vermogen en koppel van respectievelijk 220 pk en 300 Nm. De batterij is steeds dezelfde, ze heeft een capaciteit van 52 kWh. Het WLTP-rijbereik is wel afhankelijk van de gekozen motor, respectievelijk 380 en 364 kilometer voor de lichtste en de krachtigste. ‘Klassiek’ laden kan tot 11 kW, snelladen tot een voor dit type auto ook wel keurige 100 kW. Een warmtepomp is standaard.
Van de Renault 5 weten we al dat de compacte afmetingen voor een prima wendbaarheid in de stad zorgen. Dat blijft ook een troef van de Alpine, waar we natuurlijk wel een nog grotere rijdynamiek van verwachten. De al vermelde aanpassingen aan het onderstel zijn alvast niet van die aard dat de A290 bij een ‘normaal’ gebruik grote offers inzake comfort vraagt. Idem dito voor het geluidscomfort trouwens, dat gaat – logisch voor een elektrische auto – van heel stil tot een natuurlijk artificiële klank die toch aan je oren doorgeeft dat je sportiever aan het rijden bent. Ze gingen bij Alpine niet zover het geluid van een verbrandingsmotor na te bootsen, dat zou misschien voor een te groot gadgetgehalte hebben gezorgd.
De A290 is zelfs met de krachtigste motor natuurlijk geen sprintkanon, maar de ‘oefening’ van 0 naar 100 km/h lukt toch in een knappe 6,4 seconden. De topsnelheid is beperkt tot 170 km/h. Het plezier komt echter vooral van het altijd meteen beschikbare koppel van 300 Nm en het heel efficiënte chassis. Naast het al vermelde comfort zorgt het ook voor een verrassend grote stabiliteit, terwijl de zowel directe als precieze besturing je ook uitdaagt (en toelaat) om bochten echt wel met een behoorlijke snelheid in te duiken. De achterkant komt mits het ‘juiste’ gebruik van het gaspedaal al eens graag meespelen, maar de auto trekt zich na zo’n kleine dosis overstuur altijd weer netjes recht. Wie over enig racetalent beschikt, kan het ESP uitschakelen.
We hadden het al over de OV-knop op het stuurwiel, daarmee kan je dus bliksemsnel alle paarden wakker maken. Het koppel komt wel nooit te brutaal vrij, tractieproblemen hebben we niet ondervonden. Met dank aan de Alpine Torque Precontrol-functie en het elektronisch gestuurd differentieel, dat doet prima zijn werk. Bij een rustigere rijstijl merk je natuurlijk wel dat de auto iets harder afgeveerd is dan de Renault 5, we hebben al uitgelegd hoe dat komt. De 19-duimsvelgen knagen logischerwijze evengoed wat aan het comfort, maar echt storend wordt dat nooit. Nog een pluim ook voor de remmen, zo voel je de overgangen tussen het regeneratief vertragen en de tussenkomst van het hydraulische systeem zo goed als niet.
Ook al gaat het in elektrische tijden natuurlijk om een compleet andere auto, qua filosofie is de Alpine A290 nog wel enigszins vergelijkbaar met de Renault 5 Alpine van bijna 50 jaar geleden. Die leende toen nogal wat mechanische onderdelen van de grotere of straffere modellen uit het gamma, dat doet de A290 dus ook (motoren, remmen...). Het resultaat is een performant en dynamisch autootje, het scoort op die terreinen echt wel nog een pak beter dan de elektrische Renault 5 waarvan de ontwerpers zijn vertrokken. Meer nog, ondanks een toch nog altijd relatief beperkt vermogen en op papier ook niet zo’n spectaculaire prestaties, manifesteert de Alpine zich desgewenst wel als een heus sportwagentje. Met een vanafprijs van € 32.900 en € 44.700 voor de geteste GTS-topvariant met 220 pk kost hij ook een pak meer, dat zijn de offers die je haast logischerwijze moet brengen als je het een beetje exclusiever wil. Of in het geval van de A290 dus zelfs meer dan een beetje.
Sportieve looks
Interieur met racesfeertje
Prettig en efficiënt rijgedrag
Blijft een (flink) opgewaardeerde R5
Geen echte topprestaties
Stevige prijzen voor topversies
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853