Of we het bij onze eerste dynamische kennismaking met de Ford Capri alweer meteen over de even verrassende als controversiële naamkeuze moeten hebben? Ach, misschien toch maar niet. Bij Ford blijven ze ervan overtuigd dat het een heel slimme zet is, laten wij alvast eens focussen op alle andere redenen om wel of niet voor deze auto te kiezen.
De naamkwestie vergeten we dus heel even, er is echter nog een tweede reden die criticasters en andere – voor Ford toch – ‘lastige’ mensen de auto al eens onder vuur heeft doen nemen. De wat aparte vorm van het achterste zijruitje mag dan een knipoog naar dat van de originele Capri’s van vorige eeuw zijn, samen met de sterk aflopende daklijn zorgt het in profiel wel voor een zekere gelijkenis met de Polestar 2. Laat ons dat toch maar bij toeval houden, veel belangrijker dan zo’n visuele verwantschap met die Zweedse concurrent is de technische link met wat in dit geval een partner is.
We hebben het dan over de ID-familie van Volkswagen. Net als de eerder dit jaar gelanceerde Explorer gebruikt de Capri het bekende MEB-platform dat al onder diverse modellen (ook Audi, Cupra, Skoda...) van het Europese autoconcern staat, de samenwerking met de Amerikaanse reus omslaat dan ook alsmaar meer auto’s. Ze is er immers al een tijdje voor bestelwagens en een pick-up, nu werd ze nog uitgebreid naar het elektrische gamma van Ford. De al enkele jaren verkochte Mustang Mach-E van Amerikaanse origine uitgezonderd, natuurlijk.
Terwijl je de Explorer als de evenknie van de Volkswagen ID.4 mag zien, lijkt de Capri zoiets als de ID.5 van Ford. Ze hebben wel volledig eigen koetswerken, visueel is er echt geen enkele link met de modellen van de ‘donor’. De Capri is ook een goede 13 centimeter langer dan de Explorer, terwijl de daklijn toch iets lager is. De wielbasis is identiek, dus qua zitruimte is er geen verschil. Met 627 liter (tot het plafond) is het laadvolume wel een pak groter. De ontwerpers zochten voor het koetswerk duidelijk naar een mix van stoerheid, sportiviteit en elegantie. Pik er zelf maar uit wat je het belangrijkste vindt en oordeel of je met het resultaat kan leven, opvallen doet de auto beslist wel.
Vooraan doen de vorm van de lichtblokken en de zwarte sierstrook ertussen wel een beetje aan de snoet van de originele Capri denken, in profiel en achteraan is dat (op dus dat extra zijruitje na) veel minder het geval. Ook het interieur ziet er anders uit, het werd om evidente – lees: kostenbesparende – redenen trouwens zowat integraal overgenomen van de Explorer. Alleen het Capri-stuurwiel heeft een lichtjes andere vorm, met een verticale spaak die ook qua gebruikte materialen wel knipoogt naar de vroegere coupé met dezelfde voornaam.
We vinden de Fords er binnenin trouwens ook wat mooier uitzien dan de Volkswagen-donormodellen, al blijft dat natuurlijk evengoed een kwestie van smaak. Enkele onderdelen en bedieningen, zoals het kleine digitale instrumentenbord, de aan het stuurwiel bevestigde hendel voor de transmissie en de paneeltjes voor de verlichting en elektrische ruitenheffers, ogen wel heel bekend. Jammer is (alweer) de onhandige schuifregelaar voor het audiovolume. Het kost qua fabricage ongetwijfeld minder dan een klassieke draaiknop, maar op dit soort besparingen blijven we toch wel vloeken.
Knap zijn dan weer de soundbar bovenop het dashboard en het met 14,9 duim best wel grote en verticaal gepositioneerde infotainmentscherm, het laat zich ook manueel in de hoogte verstellen. Erachter schuilt nog een dus desgewenst ‘verborgen’ bergruimte voor de telefoon of andere spullen, het wordt automatisch vergrendeld als je de auto verlaat. Het is zowel voor- als achterin comfortabel zitten, onder de voorste stoelen is er ook nog plaats voor de voeten van de achterste passagiers. Dat is, omwille van de onder de wagenvloer geplaatste batterij, niet in alle elektrische auto’s mogelijk.
De afwerking is heel correct, al kan je je niet van de indruk ontdoen dat ook Ford hier en daar en in het bijzonder op de deurpanelen achteraan voor wat goedkopere en dan ook vrij harde plastics koos. Het doet gelukkig niet te veel afbreuk aan het premiumgevoel dat je in deze Capri toch wel krijgt. Over de minimuminhoud van de koffer hadden we het al, je kan die laadruimte door het neerklappen van de achterbank nog uitbreiden tot een knappe 1.510 liter.
Qua aandrijving gaat het ook gelijk op met de Explorer. Het begint met een Standard Range RWD met één motor (en dus achterwielaandrijving) en een eerder kleine batterij van 52 kWh. Een vermogen van 170 pk staat garant voor correcte prestaties zonder meer, die accu zorgt voor een anno 2024 toch eerder bescheiden te noemen rijbereik van maximaal 400 kilometer. De Extended Range RWD komt met 286 pk en een batterij van 77 kWh, daarmee raak je in echt ideale omstandigheden een wel fraaie 627 kilometer ver. Qua snelladen gaat het, afhankelijk van de gekozen variant, van 145 tot 185 kW. Met wisselstroom lukt het met een ‘snelheid’ van 11 kW.
Het kan natuurlijk nog wat straffer, de Extended Range AWD (van vierwielaandrijving) levert 340 pk en een even fraaie 679 Nm en heeft ook een nog net iets grotere batterij van 79 kWh. Die is goed voor 592 kilometer, de twee motoren maken samen ook een spurt van 0 naar 100 km/h in 5,3 seconden mogelijk. De meeste gegevens doen de kenners ongetwijfeld meteen aan verschillende modellen van de Volkswagen-groep denken, we hebben hierboven ook al uitgelegd hoe dat komt. De Capri en natuurlijk ook de Explorer worden overigens wel in een eigen Ford-fabriek in Keulen gebouwd.
Omdat de Capri toch een wat sportievere roeping heeft dan de Explorer, hebben de ingenieurs de ophanging ook enigszins anders afgesteld. Veel verder dan wat aanpassingen achteraan ging dat blijkbaar niet, het net iets dynamischere gevoel in de Capri heeft dus allicht ook te maken met de wat lagere zitpositie en het evengoed lagere zwaartepunt. Met de ID-modellen van Volkswagen zijn de verschillen wel groter, bij Ford omschrijven ze het als een vorm van tuning. De Europese modellen van de Amerikaanse constructeur worden al vele jaren geroemd voor hun uitmuntende wegligging en navenant rijplezier, dat moest natuurlijk behouden blijven voor de Capri.
Zo werd er wat ‘gespeeld’ met de stijfheid van de veren, de afstelling van de dempers en de dikte van de stabilisatorstangen. Het al vermelde lagere zwaartepunt zorgt bij het snellere bochtenwerk sowieso ook voor iets minder rolneiging, het resultaat is dat de Capri even goed of zelfs nog net iets beter rijdt dan de Explorer waarover we ons hier al eerder enthousiast toonden. Knap ook hoe je het hoge gewicht van de auto (leeg 2.174 kilo!) alleen in al behoorlijk extreme omstandigheden ‘voelt’. De snelle acceleraties en tussenspurtjes van de geteste variant met 340 pk maken er een voertuig van dat lichter lijkt dan het is. Als we toch nog iets mogen of moeten opmerken, is het dat ook het stuur net iets te licht aanvoelt.
Ook het comfort is van een best wel hoog niveau, zowel wat het verwerken van oneffenheden als het onderdrukken van rijgeluiden betreft. Ford geeft voor de Extented Range AWD een gemiddeld (WLTP-)verbruik van 15,0 kWh/100 km op, wij noteerden na een bij momenten echt wel stevige rit in de heuvels ten noorden van Marseille een ook nog wel correcte 18 kWh/100 km. Zelfs in de B-stand is de vertraging van de auto met het oog op remenergierecuperatie allesbehalve spectaculair, de Ford-ingenieurs zeggen dat ze daarin niet verder konden gaan dan wat de beschikbare technologie van dus Volkswagen-origine hen toeliet.
De Capri moet minstens € 47.450 kosten, dan krijg je dus die eerder bescheiden Standard Range met de kleine batterij mee naar huis. Hij kost € 2.500 euro meer dan een van dezelfde motor en dezelfde accu voorziene Explorer, dat prijsverschil is er ook telkens voor de andere varianten. Het Extended Range AWD-topmodel dat wij probeerden, kost een stevige € 63.450 of zelfs € 67.150 als je voor de heel luxueuze Premium-uitvoering kiest. Jammer toch wel dat een energiebesparende warmtepomp nog niet in die prijzen begrepen is, daar vraagt Ford een supplement van € 1.200 voor. Dat is trouwens ook de meerprijs als je de toch wat minder noodzakelijke (maar wel mooie) 21-duimsvelgen wil.
Blijft dus de voornaam van de auto, daar komen we – sorry – toch nog even op terug. Bij Ford geven ze toe dat niet alle ‘beslissers’ het meteen een even goed idee vonden, maar dat men uiteindelijk toch koos voor wat ze zelf een soort goedbedoelde provocatie durven noemen. Met als belangrijkste argument dat een auto als de originele Capri sowieso richting cross-over zou zijn geëvolueerd, mocht Ford midden jaren 80 niet hebben beslist er de stekker uit te trekken. Ze steken er hem dus weer in, vanaf nu hebben de klanten vanzelfsprekend het laatste woord. Ook over het design trouwens, dat vinden wij minder geslaagd dan dat van de dan ook wat klassieker gelijnde Explorer. Maar daar hoef je het natuurlijk ook niet mee eens te zijn. Zeker is wel dat Ford voor wat meer geïnspireerde ontwerpen koos dan Volkswagen voor zijn diverse ID-modellen. Die lijken, de Buzz uitgezonderd, net wel allemaal wat op elkaar...
Originele verschijning
Ruim en mooi interieur
Rijdynamiek en comfort
Controverse over ‘historische’ naam
Auto met hoog marketinggehalte
Vindt iemand hem echt mooi?
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853