In de buurt van Barcelona konden we eerder al rijden met de driedeurs-Cooper SE, de krachtigste van de twee elektrovarianten van de nieuwe MINI. Op onze eigen Belgische wegen probeerden we nu de Cooper E, die heeft wat minder vermogen en een kleinere batterij.
We vertrekken voor deze test van de vaststellingen na onze proefritten in Sitges, die je hier terugvindt. We moeten het dus niet meer hebben over het concept, over de ‘Charismatic Simplicity’-designtaal van het merk of over het visueel geheel van een rond stuurwiel en een centrale, ronde tellerpartij met eronder een ‘toggle bar’ met tuimelschakelaars.
Onze MINI-testwagen was uitgevoerd in John Cooper Works-trim, een van vier verschillende ‘trims’ die elk andere accenten toevoegen aan de buiten- en binnenzijde. In het geval van de JCW gaat het om een specifiek John Cooper Works-stuurwiel, dat wat ons betreft net wat te dik is, om een zwart dak, speciale remmen, sportzetels, een zwarte dakhemelbekleding en een hele reeks aerodynamische addenda zoals een opmerkelijk grote dakspoiler. Het geheel ziet er resoluut sportief uit en valt duidelijk in de smaak van het jonge volkje. Althans toch als we mogen afgaan op de opgestoken duim van verschillende mensen.
Een ander detail dat in de smaak valt is het gebruik van een stoffen bekleding voor het dashboard en de deuren. In de JCW-versie gaat het om een zwarte stof met rode accenten die er een origineel en aantrekkelijk geheel van maakt. Wat ons betreft mogen meer merken dat doen, zodat de goedkope kunststoffen minder in het oog springen.
Hoewel de Cooper E met 135 kW of 184 pk en 290 Nm een stuk minder vermogen heeft dan de 160 kW of 218 pk (en 330 Nm) van de SE, waardoor we toch vreesden wat op onze sportieve honger te zullen moeten blijven zitten wanneer we ermee gingen rijden, waren we aangenaam verrast. De 184 pk maken er namelijk een vinnig karretje van dat met plezier en moeiteloos accelereert. In 7,4 seconden sprint je ermee naar de 100, wat 0,7 seconden trager is dan met de SE, maar snel zat is. De topsnelheid van 160 km/h (170 km/h) is weinig indrukwekkend maar ook weinig relevant.
Hoewel nog altijd hoog ligt het gewicht van de E in vergelijking met de SE (1.605 tot 1.680 kg voor de SE en 1.540 tot 1.615 kg voor de Cooper E) een stuk lager, wat zijn levendigheid ten goede komt. Net als in de Cooper SE heerst ook hier het typische rijgevoel van een MINI, met echt stuurplezier en een leuk weggedrag maar ook een wat harder dan gemiddelde ophanging. We schreven in onze test van de SE dat de harde ophanging “op de Catalaanse bergwegen absoluut niet stoorde, maar dat het te vrezen valt dat dat ze op onze Belgische, allesbehalve biljartvlakke, wegen, nogal stug dreigt te zijn”. Na een weekje in ons land blijkt dat erg goed mee te vallen. Alleen als de weg er echt pokdalig bijligt is hij te hard, voor de rest is het rijcomfort dik OK.
De vooras van de Cooper SE met zijn vermogen van 218 pk had al geen last van gripverlies, dus is het logisch dat de E met zijn 184 pk daar evenmin last van heeft. En wanneer je het echt te bont maakt in een bocht of op een rond punt komt progressief onderstuur tussen om het je wat kalmer aan te laten doen en vindt hij bij het lossen van het stroompedaal onmiddellijk de koord van de bocht terug.
De nieuwe MINI Cooper is er dus als SE met een 49,2 kWh netto metende accu waarmee je officieel tot 402 WLTP-kilometers haalt, maar doet het als E met een nog een stuk kleinere batterij. Die heeft een inhoud van 40,7 kWh bruto waarvan netto 36,6 kWh bruikbaar zijn en zou tot 305 WLTP-kilometers ver raken.
Dat is al niets bijzonders en in de praktijk haal je dat hoe dan ook niet, want met ons -overigens voorbeeldige - gemiddelde testverbruik van 14,9 kWh/100 km (MINI belooft zelf 14,2 kWh/100 km) raakten we in de praktijk maximaal 245 kilometer ver voor de accu volledig leeggereden was en gaf de boordcomputer bij de start nooit meer dan 272 kilometer rijbereik aan.
In de praktijk betekent dat dus dat de Cooper E in tegenstelling tot de Cooper SE niet geschikt is als auto voor wie regelmatig wat langere afstanden moet afleggen en dat hij eigenlijk enkel echt bruikbaar is voor wie thuis of op het werk over een laadoplossing beschikt, want als je enkel van publieke laders afhangt ben je met zo’n klein rijbereik onvermijdelijk erg veel tijd kwijt aan het zoeken naar een laadpaal en aan het wachten op een voldoende geladen accu.
Dat laden kan met driefasen-wisselstroom aan 11 kW, wat de norm is. Jammer genoeg is de snellaadcapaciteit van de Cooper E erg beperkt, met maximaal 75 kW (95 kW voor de SE). In ideale omstandigheden kan je de kleine batterij volgens MINI van 10 tot 80 procent bijladen in respectievelijk 30 minuten. Als het laadvermogen wat hoger lag en dat in een kwartier had gekund, was dat wel mooi meegenomen geweest voor een auto met zo’n beperkt rijbereik…
Bij gelijke uitrusting vraagt MINI telkens € 4.000 minder voor de Cooper E dan voor de Cooper SE. De Cooper E in Essential Trim kost minimaal € 34.500 (terwijl dezelfde variant als SE dus € 38.500 kost). Uitgerust met de knappe John Cooper Works-trim moest onze Cooper E een pittige € 38.060 opbrengen, nog zonder het Pack M met onder meer comforttoegang, panoramadak, verwarmde stoelen, het head-updisplay op een uitklapbaar schermpje en een draadloze smartphonelader dat samen met de Chili Red-kleur voor een cataloguswaarde van € 43.410 zorgde voor onze testwagen. Dat is heel wat geld voor een auto met zo’n beperkt rijbereik, ondanks het rijplezier en de premiumaspecten.
De MINI Cooper E rijdt even leuk als de SE en komt geen vermogen tekort. Zijn beperkte rijbereik zorgt er echter voor dat dit vooral een tweede of derde auto zal zijn voor mensen met de nodige middelen, want de prijs is niet mals. Wie hem als enige auto gebruikt kiest beter voor de Cooper SE met zijn grotere accu, maar moet daar wel (nog) meer centen voor uittrekken.
MINI-rijplezier bleef bewaard
Verzorgd design
Degelijke prestaties
(Te) beperkt rijbereik
Minikoffer
Plaats op de achterbank
Leaseprijs 48 maanden / 100.000 km: € 589,01 excl. btw
TCO 48 maanden / 100.000 km: € 607,41 Autonieuws_TCO_MINI_Cooper_E.pdf
Hoe wordt de leaseprijs berekend?
De maandelijkse leaseprijs wordt aangeleverd door Athlon en is gebaseerd op een standaardvoertuig waarop de standaard fleetkorting is toegepast. Het betreft een operationele leasing voor 4 jaar en 100.000 km, inclusief onderhoud, verzekering en een set winterbanden. Het betreft geen bindend aanbod.
Hoe berekent Autonieuws de TCO?
Om een totaalbeeld van de kosten te krijgen (TCO, voor total cost of ownership), moet je verder kijken dan de leaseprijs. Onze berekening van de TCO is gemaakt met de Car Cost Advisor van Eurofleet Consult, dé marktreferentie in België en Frankrijk voor TCO-berekeningen op maat van de gebruiker. We houden rekening met de fiscale aftrekbaarheid, 65% niet-terugvorderbare btw, de solidariteitsbijdrage, het brandstofverbruik volgens de door de constructeur opgegeven cijfers (WLTP) en de belasting op de verworpen uitgaven. We gaan hierbij uit van de situatie van een werknemer van een vennootschap die aan de normale vennootschapsbelastingstarieven belast wordt. Het gaat in deze berekening om de zogenaamde TCO na belastingen (TCO 3 volgens de nieuwe nomenclatuur).
Is deze auto interessant voor mij als zelfstandige?
Wens je advies bij de aankoop van je bedrijfswagen en wil je weten wat de beste keuze is in jouw situatie? Twijfel je tussen een diesel, benzine, hybride of elektrische auto? Wil je het volledige plaatje zien inclusief de fiscale aspecten en foute keuzes vermijden? Neem dan contact op met Car-Matchers.be voor onafhankelijk, betaalbaar en helder advies.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853