De Europese Commissie heeft de begin juli ingevoerde importheffingen voor in China gebouwde EV’s al een eerste keer aangepast. Voor verschillende merken en modellen worden ze verlaagd, dat is onder meer het geval voor Cupra, Mini en ook Tesla. De heffing voor de Model 3 zakt zelfs van de aanvankelijk aangekondigde 20,8 naar een verrassend lage 9 procent.

Op 5 juli van dit jaar legde Europa bovenop de al bestaande 10 procent nog eens extra importheffingen op voor elektrische auto’s die vanuit China worden ingevoerd. Voor sommige merken ging het om een bijkomende taks van wel 38 procent, bedoeld om de Europese autobouwers te beschermen tegen de mogelijke pletwals van (heel) goedkope EV’s van door de lokale overheid gesubsidieerde Chinese constructeurs... en hun Europese en Amerikaanse partners.

Verlaging voor Cupra en Mini 

Er wordt ondertussen wel nog verder met verschillende ‘spelers’ onderhandeld, ook met die Europese en Amerikaanse bedrijven die in China EV’s bouwen en die van daar naar Europa uitvoeren. Als ze de Europese Commissie kunnen overtuigen van hun bereidheid om aan verder onderzoek naar de vermeende subsidiëring mee te werken, komen ze in aanmerking voor een verlaging van de al opgelegde importheffing. Dat leverde dus al onder meer een gunstig resultaat op voor Tesla, voor de in de fabriek in Shanghai gebouwde Model 3 werd de extra taks meer dan gehalveerd en bedraagt hij nu nog 9 procent.

Voor de vanuit China ingevoerde elektrische Mini, de ‘vrucht’ van een door moederhuis BMW aangegane joint venture met Great Wall Motors, zakt de extra heffing van 37,6 naar een toch nog altijd stevige 21,3 procent. Dat is ook het nieuwe tarief voor de door Volkswagen Anhui in Hefei gebouwde Cupra Tavascan, daar luidt het trouwens dat men nog rekent op een verdere verlaging. Voor BYD is de heffing verlaagd tot 17 procent, voor Geely tot 19 procent en voor het hier van MG bekende SAIC tot 36,3 procent, het gaat dan telkens om een kleine aanpassing van de begin juli bepaalde tarieven.

Slimme Amerikanen

Die 36,3 procent is nu dus de hoogste heffing, nog altijd bovenop de 10 procent die er al eerder was en die sowieso zal blijven bestaan. Het maximumtarief is er voor merken die niet willen meewerken aan het EU-onderzoek naar de overheidssteun. Dat doen ook Dongfeng Motor Group en Nio ondertussen wel, voor die constructeurs wordt de heffing 21,3 procent.

Maar dé grote winnaar van de nieuwe tarieven is dus toch wel Tesla. De Amerikanen hadden een herberekening gevraagd, met als argument dat hun Chinese fabriek aanzienlijk minder subsidies van de lokale overheid ontvangt dan andere spelers. Ze konden er wel batterijen onder de marktwaarde kopen en genoten ook nog van (onder meer) een lagere inkomstenbelasting en een gunstige regeling voor het ‘gebruik’ van de grond waarop de fabriek staat.

Schrik voor handelsoorlog

De lijst met nieuwe heffingen werd op 20 augustus bekendgemaakt, de betrokken autoconstructeurs hebben nu 10 dagen tijd om een eventuele hoorzitting aan te vragen en daar hun feedback te geven. Daarna zal de Europese Commissie een definitieve regeling voorleggen aan alle EU-leden, die moeten er dan natuurlijk ook over stemmen. De voorgestelde tarieven zullen voor vijf jaar gelden, tenzij er een blokkerende meerderheid wordt gevonden om ze tegen te houden. Die moet dan wel minstens 15 EU-leden met samen 65 procent (of meer) van de bevolking tellen. Duitsland en Hongarije zijn alvast geen voorstander van de strengere aanpak van de Chinese industrie.

Sinds de dus nog voorlopige heffingen begin juli werden ingevoerd, hebben de Chinese autofabrikanten hun marktaandeel in Europa al wat zien krimpen. Analisten voorspellen dat de invoer van auto’s uit China met zowat 25 procent zou kunnen dalen. Verschillende Europese spelers, met Mercedes en Volkswagen op kop, lieten wel al verstaan geen voorstander te zijn van de verhoogde importaksen voor Chinese auto’s. Net als voor BMW is het Aziatische land ondertussen hun grootste markt geworden, ze vrezen dan ook voor de gevolgen van een mogelijke handelsoorlog. De Chinese regering heeft eerder deze zomer aan de World Trade Organization gevraagd om zich over de zaak uit te spreken, ze argumenteert (onder meer) dat de EU-acties een feitelijke en wettelijke basis missen.

Bronnen: Automotive News, Bloomberg en Reuters