Uitlaat

© BMW

Houdt verbod op verbrandingsmotoren stand na Europese verkiezingen?

12 juni 2024
Door Stijn Blanckaert

De voorbije Europese verkiezingen zorgden voor een ‘reshuffle’ van de machtsverhoudingen in het Europees parlement. De groene en linkse partijen moesten terrein prijsgeven en de rechtsere fracties zien hun invloed en belang toenemen. Betekent dit dan ook dat een van dé symbooldossiers van ex-Europees Commissaris Frans Timmermans, het in november 2022 goedgekeurde verbod op de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren vanaf 2035, heroverwogen zal worden?

 

De vorige Europese machthebbers hebben – als onderdeel van de Green Deal, een reeks maatregelen in de strijd tegen de opwarming van het klimaat – besloten om vanaf 2035 een verbod uit te vaardigen op de verkoop van auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen met verbrandingsmotoren. Dat verbod - dat er kwam onder druk van de Nederlandse (intussen ex-) Eurocommissaris Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) - heeft de autobouwers ertoe verplicht om massaal te investeren in elektrische modellen, een enorme uitgave die voor zo goed als geen enkele constructeur al tot een winstgevend businessmodel heeft geleid. Frans Timmermans © EC - Audiovisual Service

Constructeurs roeren zich 

Meerdere autobouwers roerden zich recent – met de Europese verkiezingen in zicht – en lieten, los van elkaar, weten dat ze hun twijfels hebben bij het radicale einde van de verbrandingsmotor in 2035. Zo ook Pieter Nota, die tot november vorig jaar wereldwijd verantwoordelijk was voor de verkopen bij autobouwer BMW. Hij zei bij de Nederlandse radio BNR dat een verder uitstel of een aanpassing van de regelgeving onontkoombaar is. Hij stelt dat het verkoopverbod te ambitieus is en wijst er ook op dat Europa voor zijn elektrische auto’s te afhankelijk is van China, dat de waardeketen van de meeste kritische grondstoffen voor e-auto’s controleert en daardoor zijn greep op de Europese industrie kan vergroten. Ook Oliver Zipse, de nummer één van BMW, liet zich al in die zin uit en waarschuwde voor de overdreven focus op elektrificatie. Oliver Zipse BMW

Niet alleen bij BMW wordt de Europese regel trouwens op kritiek onthaald. Toyota is al van bij het begin een koele minnaar van de verplichting tot 100% elektrificatie en ook Mercedes heeft al aangegeven niet al zijn eieren in dezelfde mand te willen leggen. Jean Dominique Senard Groupe RenaultOok Jean-Dominique Senard, voorzitter van de Raad van Bestuur van autobouwer Renault, heeft gesteld dat de autofabrikanten niet klaar zijn voor een volledige overgang en dat aan die beslissing van de Europese Commissie ook geen degelijke impactstudie is voorafgegaan. Hij waarschuwt net als Pieter Nota van BMW voor een te grote afhankelijkheid van China voor de benodigde grondstoffen voor de accu’s van de elektrische auto’s. 

Zelfs de Europese Rekenkamer, die waakt over de financiën van de Europese Unie, denkt dat het einde van de verbrandingsmotor in 2035 mogelijk onrealistisch is omdat de EU niet aan de toenemende vraag naar batterijen zal kunnen voldoen, door een ontoereikende productiecapaciteit. Dat zou betekenen dat die capaciteit van buiten de EU zou moeten komen, wat de afhankelijkheid van onze regio van anderen zou vergroten.  

Over het algemeen willen de critici dat er meer rekening wordt gehouden met een gefaseerde aanpak, waarbij het verkoopverbod wordt uitgesteld en alternatieve technologieën om de uitstoot terug te dringen een echte kans krijgen.  

Evaluatiemoment in 2026 

In 2026 heeft de Europese Commissie onder druk van de tegenstanders van het volledige ICE-verbod een evaluatiemoment gepland. Er zal dan worden gekeken hoever het staat met de ontwikkeling van laadinfrastructuur in de EU en ook of er een voldoende groot aanbod van betaalbare elektrische auto’s is en of de ontwikkeling van klimaatneutrale synthetische brandstoffen zo verloopt dat ze effectief een alternatief kunnen zijn voor elektro-energie. Mogelijk wordt dat dan ook dé gelegenheid om aanpassingen door te voeren aan het voorgenomen verkoopverbod, met meer vrijheid voor alternatieven als synthetische brandstoffen of plug-inhybride of andere nog in ontwikkeling zijnde andere technologieën.  

Nieuw parlement, nieuwe visie? 

Niet alleen de autobouwers laten zich horen. Ook een aantal belangrijke politici sprak zich al uit over de beslissing van de EU. Er is dan een kans dat de – waarschijnlijk - rechtsere samenstelling van de volgende Europese Commissie effectief oor zal hebben naar de critici van het volledige einde van de verbrandingsmotor voor personen- en lichte vrachtwagens vanaf 2035.  

Zo liet de voorzitter van de EVP-fractie in het Europees Parlement in december vorig jaar al weten dat als zijn groep na de Europese verkiezingen aan zet zou komen, het verbod op verbrandingsmotoren heroverwogen zal worden. Daarbij gaf ook huidig commissievoorzitter Ursula Von der Leyen, die van dezelfde strekking is, al aan dat als ze opnieuw verkozen wordt ze de volledige ban op verbrandingsmotoren wil herbekijken.  

Verder liet de (liberale) Duitse minister van Transport, Volker Wissing in maart van dit jaar nog weten dat wat hem betreft het verkoopverbod vanaf 2035 herzien moet worden en dat ‘alle technologische opties’ open moeten blijven. Net als heel wat anderen wil hij dat auto’s met verbrandingsmotoren moeten kunnen blijven rijden als ze gebruik maken van synthetische brandstoffen of e-fuels. De Commissie heeft hierover dan wel een deur op een kier gelaten maar bepaalde nog niet hoe die uitzondering dan zou moeten uitgebouwd en gecontroleerd worden. Ook landen als Italië, Polen en Hongarije zijn geen voorstander van het verkoopverbod vanaf 2035. 

Hoe dan ook is het niet evident om de regelgeving terug te draaien, aangezien de industrie al massale investeringen heeft gedaan en de wetgeving en fiscaliteit - zoals ook in ons land voor wat de bedrijfswagens betreft - al helemaal aangepast is aan een elektrische toekomst. Het worden boeiende tijden voor de nieuwe Europese Commissie, zoveel is alvast duidelijk.

Deel op


© Autonieuws. Alle rechten voorbehouden. Design door We Cre8 It.